Open water zwemmen wordt steeds populairder. Zeker wereldwijd staan er steeds meer ultra lange afstand zwemmers op. Ook ijszwemmen is in trek. Doch zoals de 100 meter vrij het koningsnummer in het zwembad is, is Het Kanaal (ja van Engeland naar Frankrijk) overzwemmen dat voor marathon zwemmen.
Wat maakt nu dat dit stuk water bezwemmen zo speciaal is. Waarom heeft het meer prestige dan 24 uur in een zwembad zwemmen.
Het feit dat Maarten van der Weijden zijn poging om het Kanaal heen en weer te zwemmen niet eens kan starten zegt al genoeg. De natuur laat niet met zich sollen. Een tijd neerzetten zegt dan ook niet zoveel, al blijft het altijd aantrekkelijk om voor een record te gaan. Het is al heel wat wanneer je de overkant mag halen, laat staan dat je heen en weer of zelfs triple haalt.

Het laatste stukje naar de rotsen van Cap Griz Nez
Dan lees ik ook nog dat er een 40 jarige zwemmer onwel is geworden toen hij halverwege Engeland- Frankrijk was. Er uitgehaald en in het ziekenhuis overleden. Dat hoeft niets met Het Kanaal te maken te hebben. Maar het geeft toch aan dat het fysiek bere zwaar is.
Wat zijn nu precies die uitdagingen van het Kanaal. Er zijn fysieke, mentale, organisatorische en natuurlijke factoren Ik heb zelf van alles meegemaakt, twee geslaagde pogingen en één keer onverrichte zaken weer terug. Lees Het Kanaal.
Ik heb ze maar eens random op een rijtje gezet:
- Uitdaging 1: Kom zo hoog mogelijk op de wachtlijst bij de schippers. Er is een beperkt aantal schippers beschikbaar om de zwemmer te begeleiden en de juiste weg te navigeren. Deze mensen zijn professionals, meestal vissers, die de wateren op hun duimpje kennen, contact hebben met de kustwacht en goedgekeurd door the English Channel Association. Om als eerste op zo’n lijst te staan moet je veel in huis hebben en lang van te voren boeken. Sta je als tweede of nog verder daaronder is je kans van starten alweer geslonken.
- Uitdaging 2: Het plannen van je oversteek. Zoals ik al zei het liefst een jaar van te voren als je hoog op de lijst wil staan. Daarbij zijn er drie á vier maanden, juli/augustus/september, in een jaar qua temperatuur geschikt om te zwemmen. In die periode zullen er ongeveer acht keer een week zijn dat het tij het toelaat om de overkant te kunnen halen. Buiten deze periodes om is de stroming zo sterk dat je ergens noord of zuid gedreven wordt, maar niet aan de overkant. Het is het handigst om in zo’n week te plannen en te bivakkeren in Folkestone zodat wanneer de schipper groen licht geeft je een uur later te water kan.
- Uitdaging 3: WACHTEN wachten en wachten tot het jouw beurt is om te starten. Dat heb je zelf niet in de hand. De schipper bepaalt of het jouw beurt is, het veilig is en of de mogelijkheid bestaat om de overkant te halen. Altijd paraat staan.
- Uitdaging 4: De kou. Het water in het Engelse nauw wordt niet warmer als 20 graden Celsius. Meestal schommelt het in de zomermaanden rond de 16 graden. De boventemperatuur is dan wel belangrijk om totale afkoeling te voorkomen. Er wordt namelijk niet met een pak aan gezwommen. Bij open water zwemmen hoort het omgaan met de temperatuur. Maarten van der Weijden bijvoorbeeld wil met pak zwemmen omdat hij denkt niet goed tegen kou te kunnen, sterker nog bang is onderkoeld te raken. Dan elimineert hij 30% van de moeilijkheidsgraad van het fenomeen Kanaal zwemmen. Ik ben benieuwd of dit officieel telt eigenlijk. Vroeger was de regel alleen badkleding, badmuts en zwembril. Maar misschien is dat veranderd.
- Uitdaging 5: Veranderlijk weer. De pilot bepaalt wanneer er een goede weersvoorspelling is om over te steken, of heen en weer of triple. Daar heb je zelf amper inbreng in. Dat weer heeft enorme invloed op de zee. Het kan het zijn dat je halverwege bent en er ineens een wind op komt zetten met (nog) hoge(re) golven erbij, of dat het plotseling heel mistig wordt. Ook niet fijn als je niets ziet en het kan ook gevaarlijk zijn met al die schepen. Hoewel mist wel weer fijn is voor de zee, het betekent vlak water.
- Uitdaging 6: Veranderlijke stroming. De te zwemmen koers wordt berekend aan de hand van het getijde tabel. Maar dat tij kan zomaar sterker zijn als op het tabelletje stond. Dat betekent dat je er langer over gaat doen….
- Uitdaging 7: De afstand. Het is hemelsbreed 33 kilometer. Met de extra afstand wegens de stroming al snel 40. Dat is op zich een heel eind zwemmen, zonder al die andere uitdagingen al een vak apart. Dat betekent dat je fysiek heel fit moet zijn. Zwemmen is een anaerobe sport. Het hart en lichaam moeten hard aan het werk.
- Uitdaging 8: Drukke scheepvaartroute. Je steekt even één van de drukste scheepvaart routes dwars over. Dat betekent dat er heel goed link en rechts uitgekeken en gecommuniceerd moet worden met andere schepen en de kustwacht. Een tanker kan echt niet stoppen of uitwijken. Soms moet je dan wachten (of sprinten) De veiligheid staat voorop. Dat is ook de reden dat per keer een beperkt aantal zwemmers mag starten (ik dacht 12).
- Uitdaging 9: Drijvende objecten. De Noordzee is niet brandschoon. Er drijft van alles. Plastic, hout en ander troep. Als zwemmer zie je niet altijd alles, hoewel het water heel helder is. De coach moet mee opletten. In het donker is dat lastig.
- Uitdaging 10: Olieveld. Hier en daar zijn er grote olievlekken. Gelukkig niet al te veel. Er omheen zwemmen is een optie, maar al het heel groot is….
- Uitdaging 11: Kwallen. Die zijn in grote getale aanwezig. Gelukkig zie je de meesten een paar meter onder je zweven, maar soms scholen ze samen en zal je met je hoofd boven water in poloborstcrawl er doorheen moeten ploeteren
- Uitdaging 12: Zout water. Tijdens uren in zout water zwemmen krijg je wel eens een slok naar binnen. Gecombineerd met vermoeidheid en golven leidt dat nogal een tot even overgeven. Snel een slok cola! Daarbij wordt je mond van binnen helemaal gepekeld.
- Uitdaging 13: Zwemmen in het donker. Omdat er een uur na hoogtij gestart moet worden kan je niet zomaar starten wanneer je wil. Soms kom je er niet onderuit om een deel in het donker te zwemmen. Dat kan fijn zijn of eenzaam of angstig. Je ziet tenslotte alleen maar die schijnwerper in je ogen of als je geluk hebt ergens een maan.
- Uitdaging 14: Financieel. Je moet wel een pot met geld meenemen. Die schippers doen dat niet gratis. Dan nog je reis en verblijfkosten erbij… denk maar rustig in totaal zo’n € 3000 (of dat moet ook alweer veranderd zijn)
- Uitdaging 15: Mentale weerbaarheid. Met al die bovenstaande uitdagingen is het wel van belang dat je flexibel bent. Natuurlijk staat je doel voor ogen om het te halen. Maar de weg kan anders zijn dan je je voorgesteld had. Genoegen kunnen nemen met minder is daar ook één van. Zo heb ik mijn eerste oversteek moeten aanpassen van recordpoging naar het gewoon maar zien te halen. Maar wel gewoon starten. Wie weet worden de omstandigheden onderweg onverwacht nog gunstiger! Dat kan ook namelijk. En wat denk je van al die uren jezelf mentaal bezig zien te houden. Meditatie in beweging zeg ik altijd maar. Doch een beetje afleiding is ook heel welkom. De coach speelt daar een belangrijke rol in.
Het kan zijn dat ik nog een uitdaging vergeten ben. Wellicht kan jij een uitdaging aanvullen aan deze lijst! Schrijf hieronder in jouw reactie
Wat zou voor jou sportief of in je onderneming de grootste uitdaging zijn?
Ik ben benieuwd…. Je kan natuurlijk ook vragen stellen of opmerkingen plaatsen.
Go Strong!
Monique
PS lees hoe het allemaal precies ging in mijn boek ‘Ontberingen van een marathonzwemster’